Echt wat hebben aan een training?
Ken je dit gevoel?
Je hebt een training gevolgd maar eigenlijk geen idee hoe je het geleerde in de praktijk moet gaan toepassen. Of… vol goede moed pas je een dag nadat je de training hebt gevolgd het geleerde toe. Je leidinggevende: ‘Zo doen we dat hier niet hoor.. vergeet alles maar wat je op de training hebt geleerd’…. Zonde van de investering…
Het kan anders! Jij als trainer/ontwikkelaar kan vast iets met de volgende tips om er voor te zorgen dat de deelnemers van jouw training het geleerde daadwerkelijk gaan toepassen in hun (werk)situatie! Zo hebben zij echt wat aan hun training!
In mijn ogen heb je te maken met 3 elementen om de transfer (het geleerde uit de training toepassen in de werksituatie) te bevorderen. Dit zijn het individu, de opleiding/training en de omgeving. Bekijk eens per element wat je kan doen om de transfer te bevorderen. Hieronder enkele voorbeelden.
Individu
- Intake met de deelnemers. Wat willen zij leren?
- Wat is de achtergrond van de deelnemer? Denk b.v. aan opleidingsniveau en motivatie.
- Over welke kennis en vaardigheden beschikt de deelnemer al?
De opleiding/training
- Check of de deelnemers na afloop van de training direct aan de slag kunnen met dat wat ze geleerd hebben. Pas dan zullen de deelnemers echt gemotiveerd zijn om het toe te passen.
- Maak het programma duidelijk bekend. Splits hem op in onderdelen.
- Maak duidelijk wat de deelnemer aan de training heeft. What’s in it for me? Als de deelnemer dit weet is hij tijdens de training gemotiveerder en zal hij ook gemotiveerder zijn om het geleerde toe te passen. Zo mogelijk heeft dit daadwerkelijk een verband met de missie/visie/doelstellingen van de organisatie.
- Sluit de opleiding/training zo dicht mogelijk op de werkplek aan.
- Maak gebruik van praktijksituaties.
- Denk eens aan het inzetten van een trainingsacteur om de praktijksituatie levensecht te maken.
- ‘Oogst’ de leerervaringen van de deelnemers. Dit kun je halverwege doen, zodat je ook direct ziet wat ‘geland’ is en ter afsluiting.
- Wat gebeurt er na de training? Is er nog een terugkombijeenkomst? Een opdracht? Emailcontact etc.
- Evalueren
De omgeving
- Betrek de leidinggevende bij het samenstellen van de trainingsbehoefte, leerdoelen van de training en het ontwerp van het trainingsprogramma. De leidinggevende krijgt op deze manier het gevoel dat hij er daadwerkelijk wat aan heeft als zijn medewerker de training gaat volgen.
- Geef aan wat je van de leidinggevende verwacht. Uit onderzoek is gebleken dat een leidinggevende een van de belangrijkste motivatiefactoren is voor een medewerker om het geleerde toe te passen.
- Ondersteunen van de deelnemer bij het uitvoeren van evt. praktijkopdrachten.
- Kijk samen met de organisatie of de omgeving dusdanig ingericht kan worden zodat de deelnemer in de eigen werksituatie met het geleerde uit de voeten kan.
- Denk eens aan het coachen van de leidinggevende. Hoe kan de leidinggevende de medewerker motiveren om het geleerde toe te passen?
Tot slot
Een wijsheid van Confucius:
Ze zeiden het mij en ik vergat het.
Ik zag het en begreep het.
Ik deed het en heb het geleerd.